Het fonds heeft een overbruggingsplan ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB) om gebruik te kunnen maken van soepelere regels voor het verhogen van de pensioenen (indexeren) tot het moment dat het fonds overgaat naar het nieuwe pensioenstelsel.
Wet toekomst pensioenen
Als een fonds overstapt naar het nieuwe pensioenstelsel, mag het fonds daarop vooruitlopend, onder voorwaarden gebruik maken van soepele regels voor het verhogen en verlagen van pensioenen. Eén van de voorwaarden is dat het fonds de opgebouwde en ingegane pensioenen meeneemt naar de nieuwe regeling. Dat noemen wij invaren. Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel gaat naar verwachting per 1 januari 2026 over naar het nieuwe pensioenstelsel. Het bestuur heeft mede op basis daarvan besloten om gebruik te maken van de soepelere indexatieregels, zodat sneller meer geïndexeerd kan worden. Daarmee wordt bijgedragen aan ons streven naar een koopkrachtig pensioen zodat uw pensioen waardevast blijft.
Pensioenen eerder verhogen dankzij soepelere regels
Het fonds kan, door gebruik te maken van de soepelere regels, bij een lagere beleidsdekkingsgraad volledig indexeren. Dit betekent niet dat het al zeker is dat we per 1 januari 2025 de pensioenen kunnen verhogen. Daarvoor zijn we afhankelijk van de stijging van de prijzen, de loonstijgingen bij KLM en de beleidsdekkingsgraad van het fonds eind november 2024. Stijgen bijvoorbeeld de prijzen in de periode tussen oktober 2023 en oktober 2024 niet, zoals vorig jaar het geval was, dan kunnen we, ook met de soepelere regels, de pensioenen van de gepensioneerden en slapers helaas niet verhogen. Daarnaast is de financiële positie van het fonds belangrijk. Het bestuur vindt het belangrijk dat het fonds voldoende buffers heeft om evenwichtig over te gaan naar de nieuwe regeling. Het bestuur heeft daarom besloten om, binnen het kader van de soepelere regels, bij een beleidsdekkingsgraad van 115% de pensioenen volledig te verhogen. Momenteel is de beleidsdekkingsgraad ruim boven de 125%.
Effect op de pensioenen
Het ruimer indexeren van de pensioenen kost geld. Dit betekent dat de dekkingsgraad van het fonds meer daalt dan bij indexatie volgens de huidige regels. Hierdoor is er bij de overgang naar de nieuwe regeling op 1 januari 2026 minder vermogen om te verdelen. Dit is voor deelnemers tussen de 30 en 60 jaar iets minder gunstig dan voor jongere deelnemers en gepensioneerden. Maar dit verschil is beperkt. De soepelere regels zijn ook voor pensioengerechtigde nabestaanden en arbeidsongeschikte deelnemers gunstig.
Het bestuur heeft de effecten van de toepassing van de soepelere regels op de verschillende groepen deelnemers meegewogen in zijn besluitvorming. Het bestuur heeft geconstateerd dat de verschillen in effecten zodanig beperkt zijn dat het niet opweegt tegen het belang dat gepensioneerden hebben bij het op korte termijn waardevast houden van hun pensioen. Het bestuur heeft dan ook besloten dat alles overziend, het toepassen van de soepelere regels evenwichtig is.
Het gebruik van de soepelere regels resulteert in een zeer kleine kans op het korten van de pensioenen. Dat heeft onder andere te maken met de dekkingsgraad die het fonds minimaal nodig heeft om op een evenwichtige manier over te gaan naar de nieuwe regeling. Vooralsnog is de verwachting dat de dekkingsgraad op het moment van overgang daarvoor minimaal 107,2% moet zijn. Deze dekkingsgraad moeten we tot het moment van overgang naar het nieuwe stelsel aantoonbaar blijven behouden.
Hoe gaat het nu verder?
Het fonds heeft het overbruggingsplan ingediend bij De Nederlandsche Bank. Op het moment dat dit wordt goedgekeurd, informeren wij u opnieuw. Pas na goedkeuring door DNB mogen wij gebruik gaan maken van de soepelere regels voor indexatie. Zolang er geen goedkeuring is, blijven de huidige indexatieregels van toepassing.
Hebt u vragen?
Wij helpen u graag. U kunt ons op werkdagen tussen 09.00 uur en 17.00 uur bereiken via (020) 426 62 30 of pensioenservice@klmcabinefonds.nl.
Wilt u meer weten over dit onderwerp?
De soepelere regels zijn de opvolger van de versoepelde regels waar pensioenfondsen in 2022 en 2023 gebruik van konden maken. Hierdoor konden wij per 1 januari 2022 de pensioenen extra verhogen. Voor de indexatie van 2023 en 2024 hebben we hier geen gebruik van gemaakt. Deze tijdelijk versoepelde regels waren van toepassing tot de nieuwe Pensioenwet inging op 1 juli 2023. In het nieuwe pensioenstelsel wordt het makkelijker om de pensioenen te verhogen. Aan de andere kant kunnen de pensioenen ook eerder omlaag gaan, omdat er minder buffers zijn om tegenvallers op te vangen. Pensioenfondsen die van plan zijn om de opgebouwde pensioenen om te zetten naar de nieuwe pensioenregeling (invaren), mogen nu gebruik maken van soepelere regels voor indexatie mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Het bestuur van het fonds streeft naar een koopkrachtig pensioen en wil in aanloop naar de nieuwe pensioenregeling de mogelijkheid hebben om bij lagere beleidsdekkingsgraden al volledig te kunnen indexeren.
Volgens de soepelere regels in de Wet toekomst pensioenen mogen we vanaf een beleidsdekkingsgraad van 105% de pensioenen volledig verhogen zolang de beleidsdekkingsgraad en de dekkingsgraad na de verhoging boven 105% blijven. De pensioenen verlagen moet bij een beleidsdekkingsgraad van 90%.
Het bestuur vindt het belangrijk dat het fonds met voldoende zekerheid afdoende buffers aanhoudt om evenwichtig over te gaan naar de nieuwe regeling. Daarom heeft het bestuur besloten om, binnen het kader van de soepelere regels, pas bij een beleidsdekkingsgraad van 115% de pensioenen volledig te verhogen.
Ter vergelijking: volgens de huidige regels mogen wij alleen indexeren als we voldoen aan de vereisten voor Toekomst Bestendig Indexeren (TBI). Dat houdt in dat als we besluiten om te indexeren, er voldoende financiële ruimte moet zijn om dit ook in de toekomst te kunnen blijven doen. De beleidsdekkingsgraad waarbij wij mogen starten met gedeeltelijke indexatie is 110%. De grens voor volledig indexeren, de indexatiegrens of de TBI-grens, is nu ongeveer 143%. De hoogte van deze TBI-grens varieert in de tijd en wordt onder andere bepaald door de stand van de rente. Door de soepelere regels kunnen we dus sneller, meer indexeren. Het nadeel hiervan is dat ons vermogen sneller daalt, dan onder de huidige regels het geval zou zijn.
Daarnaast is pas sprake van korten van de pensioenen bij een dekkingsgraad lager dan 90%.
Het bestuur van het fonds besluit eind dit jaar of er geïndexeerd gaat worden en zo ja, hoeveel. Het bestuur kijkt daarbij naar de dekkingsgraad van eind november 2024 en de stijging van de prijzen tussen oktober 2023 en oktober 2024 als het gaat om de indexatie voor gepensioneerden en gewezen deelnemers. Voor deelnemers die op dit moment nog pensioen opbouwen wordt er gekeken naar de loonstijgingen bij KLM in 2024 en de dekkingsgraad van eind november 2024.
Door de pensioenen sneller, volledig te verhogen, is er bij de overstap naar de nieuwe pensioenregeling minder vermogen om te verdelen. Dit is voor deelnemers tussen de 30 en 60 jaar iets minder gunstig dan voor jongere deelnemers en gepensioneerden. Maar dit verschil is beperkt. De soepelere regels zijn ook voor pensioengerechtigde nabestaanden en arbeidsongeschikten gunstig.
Om u een beeld te geven, vindt u hier een grafiek waarin we het procentuele verschil laten zien tussen de verwachte pensioenuitkomsten bij gebruik van de versoepelde regels ten opzichte van de huidige regelgeving.
Nee, het gaat hier niet om het inhalen van gemiste verhogingen van voorgaande jaren, de zogenaamde inhaalindexatie. Door de versoepelde regels te gebruiken, is de kans groter dat de indexatieachterstand niet verder oploopt.
Nee, de regelgeving voor inhaalindexatie is niet aangepast. Dat betekent dat het fonds pas inhaalindexatie kan toekennen als de dekkingsgraad hoger is dan de TBI-grens. Deze grens was eind mei 2024 143%.
De periode tot transitie is relatief kort, hierdoor is het effect op invaren beperkt.