Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel verwacht op 1 januari 2026 over te gaan naar de nieuwe regels voor pensioen. Tot die tijd kunnen we gebruikmaken van aangepaste wettelijke regels voor het verhogen en verlagen van pensioenen. Dat wordt het transitie-FTK genoemd. FTK staat voor Financieel Toetsingskader, de huidige financiële regels waar fondsen aan moeten voldoen.
Via soepelere regels biedt de wetgever onderweg naar de overstap de mogelijkheid om de pensioenen mee te laten groeien met de inflatie, ook wanneer er volgens de huidige regels onvoldoende buffers zijn. Wel moet er op het moment van overstap naar de nieuwe regeling voldoende vermogen zijn zodat niemand er op 1 januari 2026 op achteruit gaat.
Om ook in 2025 gebruik te mogen maken van de soepelere regels moest het pensioenfonds een geactualiseerd overbruggingsplan indienen bij DNB. In het overbruggingsplan staat wat de verwachte financiële situatie van het fonds is tot aan de overstap naar de nieuwe regeling. Het plan beschrijft ook hoe we financieel gezond blijven tot (en na) de overstap en waarom het gebruik van aangepaste regels voor verhogen en verlagen evenwichtig is voor deelnemers en gepensioneerden.

Belangrijke graadmeter: de dekkingsgraad
De dekkingsgraad is tot aan de overstap naar de nieuwe regeling een belangrijke graadmeter voor de financiële gezondheid van een pensioenfonds.
Als het pensioenfonds de pensioenen op 1 januari 2025 verhoogt, nemen de verplichtingen toe. Het fonds moet dan immers nu en in de toekomst meer pensioen gaan uitkeren. Het verhogen van de pensioenen kost dus geld. De dekkingsgraad van het fonds wordt lager als de pensioenen worden verhoogd.
Een lagere dekkingsgraad heeft gevolgen voor de overstap naar de nieuwe regeling. Als het fonds op 1 januari 2026 overstapt op de nieuwe regeling, wordt het totale beheerde vermogen verdeeld. Iedereen krijgt een persoonlijk deel in dit totale kapitaal voor pensioen.
Het bestuur kan pas besluiten tot verhoging van de pensioenen per 1 januari 2026 als de dekkingsgraad boven de 110% komt. Dit percentage van 110% hangt samen met de dekkingsgraad die we nodig hebben om de overstap naar de nieuwe regeling op een evenwichtige manier te maken. Maar de pensioenen gaan niet automatisch omhoog. Of we de pensioenen daadwerkelijk verhogen hangt ook af van de situatie op dat moment. En we zijn afhankelijk van de stijging van de prijzen en de loonstijgingen bij KLM.
We hebben in het overbruggingsplan dus met de volgende uitgangspunten te maken:
- Bij een dekkingsgraad vanaf 110% kon met de oude regels een (gedeeltelijke) verhoging worden gegeven. Ook met de aangepaste regels is het vanaf een dekkingsgraad vanaf 110% mogelijk om de pensioenen te verhogen, maar de voorwaarden voor de hoogte van de indexatie zijn versoepeld.
- Met de oude regels konden vanaf een dekkingsgraad van 138% (stand per 30 mei 2025) de pensioenen volledig worden verhoogd. Het gaat dan om een verhoging die gelijk is aan de inflatie (de maatstaf voor pensioengerechtigden en oud-deelnemers) of de loonstijging (de maatstaf voor actieve deelnemers).
- Met de aangepaste rekenregels worden de pensioenen
- bij een dekkingsgraad tussen 110% en 115% gedeeltelijk verhoogd. Wel moet de dekkingsgraad na de verhoging nog minimaal 110% zijn.
- Bij een dekkingsgraad boven de 115% kunnen de pensioenen volledig worden verhoogd. Ook dan is de voorwaarde dat de dekkingsgraad na de verhoging hoger blijft dan 110%.
Op 31 mei bedroeg de dekkingsgraad van het fonds 123,1%.
Het bestuur wil niet dat de dekkingsgraad lager wordt dan 110%. Deze 110% is nodig om bij de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel goed rekening te kunnen houden met de belangen van alle deelnemers en gepensioneerden. De belangrijkste doelen kunnen dan worden gehaald.
Wat betekent dit nu precies in geval van verhogen?
Laten we uitgaan van een inflatie eind 2025 mei van 1,5% (maatstaf voor pensioengerechtigden en oud-deelnemers) en een loonstijging voor actieven van 3%. In onderstaande (wettelijk verplichte) rekenvoorbeelden ziet u het effect van de soepelere regels op het verhogen van de pensioenen in een aantal voorbeeldsituaties.

Het bestuur besluit eind 2025 of en zo ja hoeveel de pensioenen worden verhoogd. Voor het vaststellen van een verhoging voor pensioengerechtigden en oud-deelnemers eind 2025 zijn de prijsinflatie over de periode oktober 2024 tot oktober 2025 en de dekkingsgraad per 30 november 2025 belangrijk. Voor actieve deelnemers kijken we voor het vaststellen van een verhoging naar de loonstijgingen in de periode van 2 januari 2025 tot en met 1 januari 2026 en de dekkingsgraad per 30 november 2025. Het bestuur kan geen hogere verhoging geven dan volgens de regels is toegestaan.
Wat betekent het dat er ook een kans op verlaging is?
De kans op verlaging is erg klein en is pas aan de orde als de dekkingsgraad eind 2025 lager is dan 110%. Zodra deze situatie ontstaat, informeren wij u.
De gevolgen van de soepelere regels voor verschillende generaties
In onderstaande grafiek laten we de gevolgen zien tussen de verwachte pensioenuitkomsten bij gebruik van de versoepelde regels ten opzichte van de huidige regeling.

Bovenstaande grafiek laat volgens de zogenaamde “netto profijt” methode zien wat het relatieve effect is van de nieuwe regels voor gepensioneerden, ex-deelnemers en actieven ten opzichte van de huidige regels. Vooral ouderen profiteren van de verhoging van het indexatiepercentage onder de soepelere regels van het transitie FTK. Voor actieve deelnemers tot 52 jaar is er sprake van een licht negatief effect. De totale effecten zijn beperkt.
Maken we gebruik van de aangepaste soepelere regels, dan is er dus bij de overstap naar de nieuwe regeling op 1 januari 2026 minder vermogen om te verdelen. Hoewel dit effect voor jongere deelnemers iets minder gunstig is dan voor de overige deelnemers en gepensioneerden is het verschil zeer beperkt.
Het bestuur heeft bij het nemen van het besluit om een geactualiseerd plan in te dienen gekeken naar de gevolgen voor deelnemers van alle generaties. Uit de berekeningen blijkt dat de verschillen zo beperkt zijn, dat ze niet opwegen tegen het belang om op korte termijn de pensioenen waardevast te houden. Het bestuur heeft daarom besloten dat het toepassen van de soepelere regels ook in 2025 evenwichtig is.