Veranderingen in uw situatie
Een nieuwe partner of een scheiding? Dat heeft gevolgen voor uw pensioen. En welke keuzes moet u maken als u met pensioen gaat. Bijvoorbeeld pensioen regelen voor uw nabestaanden of eerst een hogere en daana een lagere pensioenuitkering.

Nieuw in dienst
U start automatisch met pensioen opbouwen. Voor uw oude dag, als u arbeidsongeschikt wordt en voor uw nabestaanden bij overlijden.

Trouwen
Uw partner is direct verzekerd van een uitkering als u overlijdt. Uw kinderen ook.
(met video-uitleg)

Uit elkaar
Maak afspraken over de verdeling van uw ouderdomspensioen en partnerpensioen.
(met video-uitleg)

Uit dienst
Waar kiest u voor?
- Nog niet met pensioen: waardeoverdracht of pensioen laten staan
- Met pensioen gaan

Deeltijd werken en/of non-activiteit
Minder werken betekent minder pensioenopbouw. Dat geldt ook voor de NAP. Het partner- en wezenpensioen wordt ook lager.
(met video-uitleg)

Met pensioen gaan: Keuzes die u moet maken
- U kunt uw pensioendatum vervroegen of uitstellen. De standaard pensioenleeftijd in uw pensioenregeling is 60 jaar.
- U kunt uw ouderdomspensioen uitruilen voor partnerpensioen.
- U kunt kiezen voor eerst een hoger of juist een lager pensioen.
(met video-uitleg)