U kunt uw NAP bij uw overlijden vóór uw pensioendatum nalaten aan uw erfgenamen. Daar hebben wij uw toestemming voor nodig. Geeft u geen toestemming? Dan vervalt uw opgebouwde NAP bij uw overlijden vóór uw pensioendatum aan het pensioenfonds.
Veelgestelde vragen
U kunt uw NAP bij uw overlijden vóór uw pensioendatum nalaten aan uw erfgenamen. Daar hebben wij vooraf uw toestemming voor nodig. Geeft u geen toestemming? Dan vervalt uw opgebouwde NAP bij uw overlijden vóór uw pensioendatum aan het pensioenfonds.
Hebt u toestemming gegeven? Dan blijft deze toestemming ook staan als u uit dienst gaat en uw NAP-aanspraken bij het pensioenfonds blijven staan. Uw NAP gaat naar uw erfgenamen als u overlijdt vóór uw pensioendatum.
Er is geen overlijdensuitkering NAP nadat u met pensioen bent gegaan. Uw NAP kan alleen uitgekeerd worden aan uw erfgenamen als u vóór uw pensioeningang via Mijn NAP hiervoor toestemming hebt gegeven en u vervolgens vóór uw pensioeningang komt te overlijden. Als u overlijdt na uw pensioendatum dan is er geen recht voor erfgenamen op de NAP.
De NAP is in 2006, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2004, geïntroduceerd toen de pensioenleeftijd werd verhoogd van 56 naar 60 jaar. De NAP is oorspronkelijk bedoeld om extra pensioen op te bouwen om vóór de normpensioenleeftijd van 60 jaar met pensioen te kunnen gaan. Tegenwoordig wordt de NAP veelal gezien als mogelijkheid om op 60 een aanvulling te zijn om bijvoorbeeld de periode waarin u nog geen AOW-uitkering ontvangt (tot uiterlijk 67 jaar en 3 maanden), te overbruggen. Tot 2015 was er sprake van een verplichte deelname aan de NAP-regeling. Vanaf 2015 is deelname vrijwillig. U bepaalt zelf of u extra pensioen wilt opbouwen.