Interview

Nathasja Ritfeld over deeltijd werken en pensioen

4 december 2019

"Rennen, vliegen, springen en… éven wat minder werken" 

'Het is veel rennen, vliegen en springen. Maar zolang we maar goed plannen is het allemaal te doen.’ Nathasja Ritfeld is eenbander en besloot minder te gaan werken toen ze kinderen kreeg. Ze loste het deel pensioenopbouw dat ze hierdoor mist slim op!

 

Natasja Ritfeld

Nathasja Ritfeld is 36 jaar en werkt sinds 2003 bij KLM. Na een periode van drie jaar op de grond lonkte een baan in de lucht. ‘Ik werkte als gate agent en zag vaak cabinecollega’s langskomen. Dat inspireerde me. Ik was erg jong en verwachtte niet dat ik zou worden aangenomen. En nu na al die jaren vind ik mijn werk nog steeds hartstikke leuk.’

Een cadeautje

Al snel raakte Nathasja in verwachting van haar eerste kindje, een zoon.

‘Ik bleef na de geboorte van de oudste fulltime vliegen, totdat hij naar school ging. Het was toen verplicht om minimaal drie jaar 100% te vliegen, voordat je kon deeltijden. Vervolgens ben ik 80% gaan werken.

Met het reisverlof dat daar toen bij hoorde was het allemaal goed te combineren en pakte het financieel ook goed uit. Na een paar jaar raakte ik zwanger van de tweede. Toen ik na mijn zwangerschapsverlof net weer opgestart was, werden we verrast met nummer drie. Een cadeautje!’

Nathasja merkte dat de combinatie van drie kinderen en 80% werken geen stand hield.

‘Ik besloot 67% te gaan vliegen. Ik vond het erg zwaar. Ook was het met de nieuwe regels en reisverlofdagen niet meer te combineren. Nog minder werken was geen optie, dan zou ik niet langer up-to-date zijn qua vliegkennis en veranderingen. Bovendien was ik gewend aan een bepaalde levensstijl, die ik graag wilde voortzetten. Daar hoort ook een bepaald salaris bij!’

Uit de NAP en er weer in

‘Ik nam deel aan de Netto Aanvullende Pensioenregeling (NAP) en bouwde zo extra pensioen op. In 2015 ontstond de mogelijkheid om de NAP af te kopen. Ik besloot dat te doen en het geld apart te zetten voor als er iets met mij zou gebeuren. De NAP kende toen nog geen overlijdensrisicodekking. waardoor mijn NAP aan het pensioenfonds zou komen te vervallen bij mijn overlijden. Dat vond ik niet fair richting mijn nabestaanden. Het geld heb ik uiteindelijk wel apart gezet voor de toekomst. In het jaar dat er een overlijdensrisicodekking aan de NAP werd toegevoegd, heb ik me opnieuw aangemeld en later heb ik mijn inleg verhoogd naar 4%.’

Langs de lijn

Nathasja is PIT'er geweest. Hierdoor wist ze dat minder werken ook minder pensioen betekent.

‘Door de inleg in de NAP wil ik mijn gemis aan pensioenopbouw aanvullen. Mijn oudste zoon voetbalt op hoog niveau, waardoor we meerdere keren per week het hele land door moeten. Dus meer werken is nu geen optie. Misschien ga ik weer meer vliegen als de kinderen groot zijn.’