Het meenemen van het opgebouwde pensioen naar de nieuwe regeling noemen we invaren. Het pensioen dat u tot aan de overstap naar de nieuwe regeling heeft opgebouwd wordt omgerekend naar een persoonlijk pensioenvermogen. Daarnaast wordt bij de overstap een deel van de buffer van het fonds verdeeld. In de nieuwe regeling hoeven fondsen namelijk minder buffers aan te houden. De omgerekende aanspraken samen met de verdeelde buffer is uw persoonlijke pensioenvermogen of pensioenpot, bij de start van de nieuwe regeling.
Invaren van het opgebouwde pensioen is door de wetgever de standaard gemaakt. Maar invaren is niet verplicht. Als de verwachting is dat invaren leidt tot een ‘onevenredig nadeel’ voor werknemers en gepensioneerden, dan mag gekozen worden om niet in te varen.
Waarom is invaren standaard?
Invaren is standaard gemaakt, omdat de voordelen van het nieuwe pensioenstelsel dan ook gelden voor de al opgebouwde pensioenen. Maar wat zijn dan die voordelen?
- Minder buffers
In het nieuwe stelsel hoeven minder buffers aangehouden te worden. De buffers kunnen daardoor eerder worden uitgedeeld aan de deelnemers. Daarom is het verwachte pensioen in het nieuwe pensioenstelsel, zeker voor fondsen met een hogere dekkingsgraad, bij de start van de nieuwe regeling vaak hoger dan in het huidige stelsel. Wel worden de pensioenen beweeglijker. - Overzichtelijker voor de deelnemer
Het bij elkaar houden van oude en nieuwe pensioenen is inzichtelijker voor deelnemers en zorgt voor een effectievere collectieve risicodeling. Dat betekent dat de beleggingsrisico’s beter verdeeld kunnen worden over alle deelnemers. - Efficiënter pensioenbeheer
Invaren zorgt voor efficiënter pensioenbeheer. Simpel gezegd, het beheren van één regeling kost minder dan het beheren van meerdere verschillende regelingen. - Evenwichtiger
Invaren kan er ook voor zorgen dat de overgang naar de nieuwe pensioenregeling eerlijk verloopt. Dit komt doordat het fonds door het invaren extra mogelijkheden heeft om het vermogen gerichter te verdelen en zo kan voorkomen worden dat bepaalde groepen er onevenredig op achteruitgaan.
KLM en de sociale partners hebben bovenstaande punten afgewogen en besloten om de opgebouwde aanspraken mee te nemen naar de nieuwe pensioenregeling.
Toch lees ik ook berichten over niet invaren. Of dat deelnemers mogen kiezen. Hoe zit dat dan?
Sociale partners kunnen besluiten geen verzoek tot invaren te doen. Als zij verwachten dat invaren ‘onevenredig ongunstig’ is voor alle deelnemers, de gepensioneerden of de werkgever dan kunnen zij deze keuze maken. Dit moet dan wel goed onderbouwd worden in het transitieplan, inclusief berekeningen. Die onderbouwing geldt overigens ook wanneer gekozen wordt om wel in te varen.
Ook kiezen fondsen er soms voor om de nieuwe regeling onder te brengen bij een andere uitvoerder, bijvoorbeeld een verzekeraar of een PPI (premiepensioeninstelling). Willen zij de opgebouwde waarde van alle pensioenen samen overdragen naar de nieuwe regeling bij deze uitvoerder, dan moet er wel toestemming worden gevraagd aan iedere deelnemer voor het overdragen van de waarde. Eigenlijk heb je het dan niet over invaren, maar over een andere manier van collectieve waardeoverdracht.
Voor het cabinepersoneel hebben sociale partners gekozen om de pensioenen in te varen. Bij het maken van deze keuze zijn de belangen van alle deelnemers en gepensioneerden leidend geweest. De keuze wordt dus niet door de wetgever opgelegd. De werkgever, vertegenwoordigers van de werknemers, vertegenwoordigers van de gepensioneerden en het fondsbestuur hebben samen gewerkt aan de nieuwe regeling. Zo zijn tijdens alle stappen die zijn gezet de belangen van alle deelnemers en gepensioneerden meegewogen.