Deze week krijgt u Focus juli 2017 in de bus. Deze keer is Janet de Rhoter geïnterviewd. Lees haar interview hieronder.
It runs in the family
Je oudere broer vliegt al jaren met veel plezier voor KLM. De vonk slaat over en je volgt zijn voorbeeld. Net als je jongere broertje trouwens. Zo ontstaan ze, KLMfamilies. Want als je eenmaal die blauwe kleur hebt omarmd, dan laat je ‘m niet snel meer los. Dat geldt ook voor familie De Rhoter. Hoe kijken Janet en haar familieleden naar hun oude dag?
Een vliegkwartet, zo zou je de familie De Rhoter kunnen omschrijven. Nadat de oudste van het gezin in 1977 begon met vliegen, werden ook de andere drie kinderen met het vliegvirus besmet. Drie van hen vliegen nog altijd bij KLM, zo ook Janet de Rhoter. ‘Ik werk al 29 jaar fulltime als tweebander. Volgens mij is dat uitzonderlijk.’ Janet deed de hotelschool en werkte daarna een tijdlang in de horeca: ‘Ik werkte bij zaken met Michelin-sterren. Hard werken hoor! Dat is leuk als je jong bent, maar lichamelijk wel vrij zwaar. Net als mijn broer Jan ben ik op een bepaald moment bij KLM gaan solliciteren. Hier combineer ik horecawerk met het bezoeken van leuke bestemmingen. Dat biedt me meer toegevoegde waarde. Bovendien is de balans tussen privé en werk nu veel beter. Ik wil nooit meer terug naar de horeca!’
Janets jongere zus vloog ook, bij Qantas. ‘Ze is ermee gestopt. Qantas heeft minder goede arbeidsvoorwaarden als het aankomt op deeltijd werken en zwangerschapsverlof. In de combinatie met drie kinderen en een reizende man koos ze daarom voor het fulltime moederschap. We zijn bij KLM wel bevoorrecht qua arbeidsvoorwaarden, ook wat ons pensioen betreft.’ Toen Janet bij KLM begon met werken zagen de oudedagsvoorzieningen er anders uit dan nu. ‘Je kon toen als vrouw zelfs al vanaf je 45-ste vroegpensioen opnemen en dat deed men ook. Bij KLM is ons pensioen nog steeds goed, maar we moeten nu wel langer doorwerken. Ik heb daarom altijd bijgespaard als dat kon, bijvoorbeeld met spaarloon.’ Janet heeft al die potjes nog, behalve het NAP dat ze opbouwde. ‘Ik heb het NAP afgekocht om de toren te restaureren van het kerkje waarin mijn partner en ik wonen. We hebben de kerk samen helemaal verbouwd en opgeknapt. Dit kunnen we waarschijnlijk ook goed verkopen in de toekomst en dat zie ik dan ook als een deel van mijn pensioen.’
Janet: ‘In de horeca heb ik ook wel wat opgebouwd, maar dat is heel weinig. Als ik gezond blijf en fulltime kan blijven werken bij KLM tot mijn 60e, dan heb ik tegen die tijd een redelijk percentage van mijn gemiddelde salaris aan pensioen Als ik daarna nog doorwerk, zit ik wel goed. Als er niet teveel verandert tenminste. Ik maak me geen zorgen over mijn pensioen, volgens mij ga ik een gezellige oude dag tegemoet. Bovendien geef ik alsmaar minder uit, ik ben met steeds minder tevreden en heb daardoor steeds minder nodig. Ik hoop alleen wel dat de gezondheidszorg betaalbaar blijft. Dat is waarschijnlijk de grootste kostenpost die je hebt als je met pensioen bent.’
Schoonzus Tina gaf Janet spontaan op voor het PIT-team, omdat ze wilde dat Janet snapt wat er gebeurt met het pensioen. ‘Ik moet voor de leeuwen gegooid worden, anders zeg ik nee. Ik heb het al zo druk. Maar ik werd echt alleen maar wijzer van mijn deelname aan het PIT-team. Het is een leuke groep en ik ben nu goed geïnformeerd.’ Ondanks de aanwezigheid van meerdere PIT-ers spreekt de familie De Rhoter niet vaak met elkaar over pensioen. ‘Het komt wel eens ter sprake. Maar dan bespreken we vooral wat we gaan doen als we met pensioen gaan. We hebben het niet zozeer over het geld.’ Voor broer Jan is zijn oude dag het dichtst bij. Janet: ‘We hebben in het verleden wel eens met z’n drieën samen ge - vlogen, nu is dat qua planning niet meer te doen. Ik denk dat het er nog één keer van komt. Op Jan z’n laatste vlucht voor zijn pensioen. Dan mag je je eigen bemanning samenstellen. Ik denk dat hij zijn broer en zus dan wel meeneemt.’
Jan de Rhoter, oudere broer van Janet & schoonzus Tina de Vries
Senior Purser Jan de Rhoter is een bekend gezicht binnen KLM, wat niet gek is gezien zijn diensttijd van bijna 40 jaar. Tina de Vries, zijn partner, heeft dezelfde functie en vliegt ook al jaren bij KLM. Jan verdiept zich wel eens in zijn pensioen: ‘Mijn pensioen is nu nog goed geregeld, maar ik ben wel realistisch gezien de huidige Europese economische en marktsituatie.’ Tina zit op hetzelfde spoor: ‘Vooralsnog is ons pensioen goed geregeld, maar ik vraag me wel eens af of het niet veel minder wordt in de toekomst of dat we straks nog langer door moeten werken.’ Beiden zijn ze er nog niet over uit wanneer ze met pensioen gaan. Wel bouwen ze sinds 1 november 2016 hun werkende leven af. Tina: ‘Mijn partner en ik vliegen sinds een paar maanden voor 67%. De rest vullen we aan met deeltijdpensioen. Jan vult aan: ‘Zo is er meer tijd voor onder andere reizen en zeilen.’
Arjan en Barbara de Rhoter
Arjan en zijn vrouw Barbara vliegen beiden al jaren als purser bij KLM. Volgens Arjan wordt er in de familie af en toe gesproken over pensioen: ‘Het al dan niet afkopen van het NAP was wel een onderwerp dat we vaak bespraken. Ook de pensioendatum, hoe lang we door willen en kunnen vliegen komt wel eens op tafel.’ Begin april stapten Barbara en Arjan met elkaar in het huwelijksbootje. Betekent dit nog iets voor hun financiële toekomst? Arjan: ‘We zijn getrouwd onder huwelijkse voorwaarden. Maar onze situatie blijft in principe hetzelfde.’ Barbara: ‘We hebben onze financiën duidelijker omschreven en er afspraken over vastgelegd bij de notaris.’ Het stel neemt deel aan de NAP-regeling van het pensioenfonds en heeft een aantal extra spaarpotjes aangelegd voor later, in de vorm van onroerend goed, aandelen en spaargeld. Arjan maakt zich soms wel zorgen: ‘Tot nu toe is het nog goed geregeld, maar ik heb wel mijn twijfels of dit in de toekomst goed blijft. Ons pensioen en onze AOW staan onder druk door de bezuinigingen bij de overheid en bij KLM zelf.’ Hij heeft dan ook een aantal voorzieningen getroffen om het voor zichzelf en Barbara goed te regelen. ‘Ik heb een Anw-hiaatpensioen afgesloten. Hiermee wil ik ervoor zorgen dat als één van ons komt te overlijden, ons gezin niet in de financiële problemen komt.’